Hoe ben je in 2018 in Bodegraven-Reeuwijk terecht gekomen?
Voordat ik wethouder werd in Bodegraven-Reeuwijk was ik zeven jaar wethouder in Voorschoten en een jaar in een zakencollege in IJsselstein. In mijn IJsselstein-tijd ben ik gevraagd voor Bodegraven-Reeuwijk en ik ben nog voor de verkiezing deze kant op verhuisd. Dat was een gok. Gelukkig kreeg de VVD genoeg stemmen, kwam de partij in de coalitie en kon ik als wethouder aantreden.
Wat was je eerste indruk van het bedrijfsleven in de gemeente?
Ik was verrast hoe groot en divers het bedrijfsleven in Bodegraven-Reeuwijk is. De gemeente bleek niet alleen kaas te zijn, maar bezit enorm veel hoogwaardige dienstverlening. Volgens mij beseffen veel inwoners en ondernemers dat zelf ook niet. Ze mogen best wat trotser zijn op hoe omvangrijk, divers en innovatief het bedrijfsleven in Bodegraven-Reeuwijk is!
Er wordt ook ongelooflijk hard gewerkt en samengewerkt. In 2001 en 2002 was Bodegraven zakenstad van het jaar en alle ingrediënten daarvoor zijn nog steeds in de gemeente aanwezig – alleen jammer dat de verkiezing niet meer bestaat. Maar je ziet het resultaat om je heen: er is geen vierkante meter bedrijfsruimte die niet wordt benut.
Dat goede vestigingsklimaat is trouwens grotendeels de verdienste van de ondernemers zelf. Er is een enorme gezamenlijkheid en een verantwoordelijkheidsgevoel. Als bestuurder heb ik vooral geprobeerd dat vestigingsklimaat op langere termijn te waarborgen, bijvoorbeeld door de bereikbaarheid te verbeteren met de Bodegravenboog. Die kwam vlak voordat ik aantrad op de agenda en is elk jaar een stap dichterbij gekomen.
Een bruisend, zelfredzaam bedrijfsleven dus! Was er dan wel goed met de ondernemers samen te werken?
Die samenwerking liet wat mij betreft eigenlijk niets te wensen over – al zou je eigenlijk aan ondernemers zelf moeten vragen of ze ook goed met mij en de gemeente konden samenwerken. Ik heb in ieder geval mijn best gedaan. Dat begon met het opstellen van de ambities in het Actieprogramma Economie, samen met het OPBR. Dat de ondernemers van de gemeente zo goed georganiseerd zijn in één aanspreekpunt, helpt erg om in gesprek te blijven. Daarnaast heb ik geprobeerd vaak langs te gaan bij individuele bedrijven of bij vergaderingen van bijvoorbeeld de RvHID (Raad van Handel en Industrie) en de BOV (Bodegraafse Ondernemers Vereniging). Ik heb geleerd om te blijven luisteren op zoek naar het gezamenlijk belang.
Welk dossier staat je het meest bij?
Poeh, moeilijke vraag. Ik denk dat ik dan alle projecten noem om de detailhandel te verbeteren: de aanpak van Bodegraven-Centrum, de vernieuwing van winkelcentra Broekvelden en Westplein, de herziening van de supermarktstructuur, de zondagsopenstelling en het regionale convenant detailhandel. Ook de verlenging van ondernemersfonds Ons Fonds vind ik een prachtige prestatie.
Niet de impact van corona?
Bijna de helft van mijn wethouderschap heeft corona gespeeld. De afstand maakte het soms lastig, maar ik denk dat we veel goed door hebben kunnen zetten. Tijdens de eerste lockdown hebben we met de Taskforce van ondernemers en gemeente heel dicht op het bedrijfsleven gezeten. We hebben direct zoveel mogelijk vragen verzameld hoe de crisis impact had op verschillende sectoren en waar mogelijk meegedacht. Daar is bijvoorbeeld een mooi initiatief als KoopLokaal uit gekomen.
Dan zijn er nog andere thema’s, als duurzaamheid, bereikbaarheid en bedrijfsruimte, die zich uitstrekken tot over de grens van de gemeente. Hoe denk je dat Bodegraven-Reeuwijk zich regionaal handhaaft?
Ik denk dat we de gemeente afgelopen jaren heel duidelijk op het netvlies van de regio en de provincie hebben gekregen. Samen met OPBR heeft de gemeente laten zien wat wij kunnen bieden en wat we zouden willen, bijvoorbeeld meer ruimte voor bedrijven.
Ook op de scheidslijn tussen onderwijs en de arbeidsmarkt is veel ontwikkeld. Dat ligt dicht bij mij: ik ben jaren directeur geweest bij de werkmaatschappijen van verschillende universiteiten. Als wethouder heb ik me ingezet om bijvoorbeeld het Triple Helix Overleg Midden-Holland te starten, waarin overheden, onderwijs en ondernemers samenkomen. Ik ben ook zijdelings betrokken geweest bij de Campus Gouda, heb contacten gelegd met mbo Rijnland en heb bijgedragen aan de ontwikkeling van de Technohub Duurzaamheid in onze gemeente. De hub ligt nu even stil, maar het platform staat en de contacten liggen er. We hebben alleen een trekker nodig.
We draaien onze blik naar de toekomst. Hoe kijk je uit naar je nieuwe burgemeestersfunctie in De Wolden?
Ik heb er heel veel zin in! Ik ben zo hartelijk ontvangen! Ik vind sowieso de lokale overheid nog steeds heel leuk. Je bent dicht bij inwoners en kunt samen het verschil maken. In Bodegraven-Reeuwijk was de uitdaging om rekening te houden met alle negen kernen en hoe het beleid daar uitpakte. In De Wolden heb ik straks zelfs te maken met zeventien dorpen! Ik zal wel moeten ‘ontwethouderen’ en aanwennen boven de politiek te staan.
Heb je nog een advies voor de ondernemers van Bodegraven-Reeuwijk? Waar liggen nog kansen?
In december wordt de Bedrijvenvisie vastgesteld. In geen jaren heeft de gemeente zo’n concrete visie gehad voor het bedrijfsleven. Dat gaat zeker helpen. Het is ook een mooi sluitstuk van mijn wethouderschap, al ben ik er niet meer om het stuk zelf te verdedigen.
Ik denk verder dat er nog kansen liggen in het vasthouden van toeristen in de gemeente. Als ik zie hoeveel bezoekers Landal binnen korte tijd heeft weten te trekken, dan weet ik zeker dat daar nog meer te halen is.
Ten slotte kan ik alleen maar zeggen: blijf de samenwerking opzoeken. Daar ligt de kracht van het bedrijfsleven van Bodegraven-Reeuwijk.