Biobased bouwen heeft grote beloftes in zich. “Het begon als zoektocht naar perspectieven voor boeren die moeten extensiveren,” vertelt Jan Willem van de Groep. “En dat is steeds groter geworden.” Biobased bouwen zorgt namelijk ook voor een duurzamere bouw, gezondere woningen, meer biodiversiteit, betere waterkwaliteit en nieuwe werkgelegenheid in lokale industrie. Daar kan heel Nederland in mee! Maar omschakelen naar die volledig nieuwe bouwpraktijk is niet makkelijk.
Wie investeert eerst?
In 2020 begon Jan Willem van de Groep met een klein opdrachtje bij het ministerie van LNV waaruit later het Building Balance rolde, een landelijk transitieprogramma om het gebruik van biogrondstoffen in de bouw op te schalen. De naam zegt het al: het programma draait om balans in de markt. “Bij nieuwe ketens is er altijd een kip-of-eiverhaal: potentiële leveranciers gaan niet investeren omdat er geen vraag is en afnemers gaan niet investeren omdat er geen aanbod is,” legt Jan Willem uit. “Wij proberen de markt op te bouwen door aanbod en vraag met elkaar in balans te brengen. Daarnaast creëren we de voorwaarden die het mogelijk maken om deze industrie op te schalen.”
Op 8 november 2023 werd ook de Nationale Aanpak Biobased Bouwen gelanceerd, waar Jan Willem nauw bij betrokken is. De aanpak wordt ondersteund door maar liefst vier ministeries: Binnenlandse Zaken, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat. “Dat laat wel zien hoe breed de omslag naar biobased bouwen wordt gedragen,” zegt Jan Willem. Er is 25 miljoen euro gereserveerd tot 2025 om een markt op te zetten en nog eens 175 miljoen tot 2030 om die markt uit te breiden.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
Biobased bouwen is een win-win-winsituatie voor agrariërs, industrie en bouwers.
Hoe werkt het?
Eerst de boeren: zij zouden de vezels voor bouwmaterialen kunnen verbouwen. De verkoop levert geld op, maar het idee is ook dat zij een aanvullend verdienmodel krijgen op basis van koolstofcertificaten. “Nu levert de productie van bouwmaterialen CO2-uitstoot op. Straks halen boeren met hun planten CO2 uit de lucht en leggen het vast in het bouwmateriaal. Daar moeten ze voor betaald worden. Veel veehouders verbouwen al voedselgewassen als veevoer, voor hen is de overstap niet moeilijk.” Aan de andere kant maakt de bodemdalingsproblematiek in veenweidegebied de teelt van de bouwgewassen lastiger. “Daar zijn we bijvoorbeeld in Zuid-Holland hard mee bezig. We kijken nu of wilgenteelt een optie is.”
Dan de industrie, want het is nog niet zo makkelijk om van een vezeltje een bouwmateriaal te maken. “Je bent zo 100.000 euro verder. En we willen ook een korte keten die de boer een extra waardevolle schakel maakt. Bijvoorbeeld door met lokaal geoogste snippers van stro of miscanthus (olifantsgras) daken van bestaande huizen te isoleren. Met die uitdagingen zijn we nu volop bezig. De technologie is er, het moet alleen opschalen.”
En ten slotte is er de bouw, want ook die moet zich aanpassen. “Er is al best veel biobased materiaal, maar het is nog duur. Dat heeft met de productieschaal te maken. Daarnaast vragen deze materialen een grotere zorgvuldigheid in de werkwijze van de bouwers. Die moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat het materiaal niet langdurig nat kan worden, want je wilt geen schimmel in je natuurlijke materialen.”
Van land naar pand
In zijn presentatie ‘Van land naar pand’ geeft Jan Willem van de Groep een doorkijkje naar de wereld van overmorgen. De nationale aanpak Biobased Bouwen verduurzaamt de bouw en helpt agrariërs aan een perspectief met rendabele verdienmodellen.
Dan de industrie, want het is nog niet zo makkelijk om van een vezeltje een bouwmateriaal te maken. “Je bent zo 100.000 euro verder. En we willen ook een korte keten die de boer een extra waardevolle schakel maakt. Bijvoorbeeld door met lokaal geoogste snippers houtvezel een huis te isoleren. Met die uitdagingen zijn we nu volop bezig. De technologie is er, het moet alleen kunnen opschalen.”
En ten slotte de bouw is er de bouw, want ook die moet zich aanpassen. “Er is al best veel biobased materiaal, maar het is nog duur. Ook dat heeft met de productieschaal te maken. Daarnaast vragen deze materialen een grotere zorgvuldigheid in de werkwijze van de bouwers. Die moeten bijvoorbeeld beter nadenken over vochttransport, want je wilt geen schimmel in je natuurlijke materialen. Dat vraagt een cultuurverandering in de bouwpraktijk.”
Grote interesse
De interesse in de verschillende markten is groot, het is aan Jan Willem en zijn team de taak om die bij elkaar te brengen. “Als we de agrosector kunnen verbinden met de bouwsector via de nieuwe materialenindustrie, hebben we een win-win-winsituatie te pakken.”
Kom naar het symposium!
Wil je weten hoe jij aan de slag kunt met biobased bouwen of op een andere manier concreet met duurzaamheid aan de slag? Kom naar het symposium van OPBR Duurzaam bij Unica, Beneluxweg 2 in Bodegraven. Inloop vanaf 19.00 uur, aanvang 19.30 stipt. Einde om 21.45 uur, met een drankje achteraf.
Andere sprekers zijn Marcel van Liere en Arie Kraaijeveld van Unica over de verduurzaming van hun pand, agrariër Coen Hagoort over de windmolen op zijn erf, Iida Iloniitty van Vandersterre over duurzame tips en tricks, Driss Bakkali van Allround Cleaning Service over zonnepanelen op zijn bedrijfsdak en Tristan Wanders van Stedin over netcongestie in de gemeente.
Gezond en comfortabel
Als klap op de vuurpijl is er nog iemand die blij wordt van biobased bouwen: de bewoner. Want de materialen zorgen ook voor een comfortabeler en gezonder leefklimaat in gebouwen. “Dit aspect wordt eigenlijk te weinig genoemd. We weten wel dat plastic microplastics loslaat, maar vergeten dat allerlei andere niet-hernieuwbare grondstoffen in ons huis ook kleine onafbreekbare deeltjes in ons systeem achterlaten. En de verbeterde luchtvochtigheid zorgt voor minder allergieën, hoofdpijn en verkoudheid. Dat wil elke ondernemer toch kunnen bieden?”